Dienstbaarheid voor elkaar is bij het Taalpunt onder andere terug te zien in alle hardwerkende vrijwilligers, die zich wekelijks inzetten voor de deelnemers. Omdat het Taalpunt zonder vrijwilligers niet zou bestaan, willen we graag één van deze vrijwilligers in de spotlight zetten. Om daarnaast een klein kijkje in de keuken te krijgen van het vrijwilligerswerk bij het Taalpunt, is vrijwilliger Harry Gras geïnterviewd.
Hoe lang ben je al vrijwilliger voor het Taalpunt? Ik ben al vanaf het begin van het Taalpunt betrokken. Dat is dus vanaf 2016.
Wat was jouw motivatie om vrijwilliger bij het Taalpunt te worden? Ik ben altijd docent geweest in het voortgezet onderwijs en daar heb ik met veel plezier gewerkt met jongeren. Ik vind het leuk om anderen iets te leren. Bij het Taalpunt kan ik werken met volwassenen en tegelijkertijd met taal bezig zijn.
Wat doe jij momenteel voor het Taalpunt? Op dit moment geef ik taalles aan een man uit Syrië. Ook heb ik deelnemers gehad uit Turkije en Irak. Op maandag zit ik daarnaast bij het Ontwikkelplein en help ik mensen met allerlei verschillende vragen.
Wat betekent liefde voor taal voor jou? De liefde voor taal is lastig te omschrijven… Het is meer een innerlijk gevoel.
Waar is jouw liefde voor taal uit ontstaan? Lang geleden, op de middelbare school, waren mijn cijfers voor de talen altijd veel beter dan voor de andere vakken. Toen dacht ik: ‘Daar moet ik iets mee doen’. Na de PABO ben ik Duits gaan studeren. Ik heb dus altijd iets met taal gehad en gedaan.
Hoe komt jouw liefde voor taal terug bij het Taalpunt? Het geeft voldoening om mensen uit andere landen steeds beter Nederlands te horen praten en te zien schrijven. Je probeert steeds doelen te behalen, maar het lastige is dat deelnemers vaak in hun eigen omgeving wel hun eigen taal blijven spreken. Mijn tip is altijd: spreek zoveel mogelijk Nederlands, vooral bijvoorbeeld met de kinderen.
Tijdens de taalontmoetingen bouw je een band op met de mensen. Er komen allerlei onderwerpen aan bod, soms zelfs hele persoonlijke. Ik heb veel geleerd over de situaties in Irak, Turkije en Syrië. Het hebben van contact met mensen uit andere landen zorgt ook voor meer begrip. Ik ben blij dat ik deze mensen kan helpen met de taal, om ze te helpen om onderdeel te worden van onze maatschappij.